Openingstijden

Maandag: 08.00 - 18.00
Dinsdag: 08.00 - 18.00
Woensdag: 08.00 - 18.00
Donderdag: 08.00 - 18.00
Vrijdag: 08.00 - 18.00
Zaterdag: 10 - 14

Openingstijden

Maandag: 08.00 - 18.00
Dinsdag: 08.00 - 18.00
Woensdag: 08.00 - 18.00
Donderdag: 08.00 - 18.00
Vrijdag: 08.00 - 18.00
Zaterdag: 10 - 14

Adresgegevens

Breestraat 74
2311 CS Leiden

Tel: 071-5120552
E-mail: info@centraalapotheekleiden.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > meerfasenpil met estradiol en diënogest

Inhoud

meerfasenpil met estradiol en diënogest

Dit medicijn is een anticonceptiepil. Het is een zogenaamde meerfasenpil. Dit betekent dat de pillen in de strip verschillende samenstellingen hebben, herkenbaar aan de kleur.

Estradiol en diënogest zijn vrouwelijke geslachtshormonen. Estradiol is een oestrogeenhormoon en diënogest een progestageenhormoon. Oestrogeen- en progestageenhormonen spelen een belangrijke rol bij de vruchtbaarheidscyclus.

De anticonceptiepil kan worden gebruikt om zwangerschap te voorkomen, bij menstruatiepijn, bij abnormaal vaginaal bloedverlies, om de menstruatie uit te stellen, acne en endometriose.

Wat doet meerfasenpil met estradiol en diënogest en waarbij gebruik ik het?

Voorkomen van zwangerschap

De combinatie van oestrogeen- en progestageenhormonen in de anticonceptiepil remt de eisprong en voorkomt dat een eicel vrijkomt tijdens de cyclus. Bovendien maakt het de slijmprop in de baarmoederhals moeilijk doordringbaar voor zaadcellen. Ook de binnenkant van de baarmoeder wordt minder geschikt voor het innestelen van een eventueel bevruchte eicel.

Diënogest is een nieuw progestageen. Artsen schrijven als eerste keus meestal een anticonceptiepil met een ouder progestageenhormoon voor, zoals levonorgestrel, lynestrenol of norethisteron. Deze oudere progestagenen worden al jaren gebruikt door vrouwen.

Wanneer u bijwerkingen ervaart bij gebruik van een oudere pil, kan uw arts dit medicijn voorschrijven.    

Lees meer over voorkomen van zwangerschap . “

Menstruatieklachten

Verschijnselen
Sommige vrouwen hebben veel pijn bij de menstruatie, voornamelijk buikpijn en buikkramp.

Behandeling
De combinatie van oestrogeen- en progestageenhormonen in de anticonceptiepil remt de eisprong en voorkomt dat een eicel vrijkomt tijdens de cyclus. De bloeding die tijdens de vier dagen met de witte pillen ontstaat, is geen echte menstruatie, maar een onttrekkingsbloeding doordat u stopt met de hormonen. De bloeding is minder heftig, korter en minder pijnlijk dan een gewone menstruatie.

Diënogest is een nieuw progestageenhormoon. Artsen schrijven als eerste keus meestal een anticonceptiepil voor met een ouder progestageenhormoon, zoals levonorgestrel, lynestrenol of norethisteron. Deze oudere progestagenen worden al jaren gebruikt door vrouwen.

Wanneer u bijwerkingen ervaart bij gebruik van een oudere pil, kan uw arts dit medicijn voorschrijven.    

Werking
De werking bij menstruatiepijn kan wat langer op zich laten wachten. Meestal is het nodig om de pil een aantal maanden te gebruiken voordat u verbetering merkt.

Lees meer over menstruatieklachten . “

Abnormaal vaginaal bloedverlies

Verschijnselen
Sommige vrouwen menstrueren heel onregelmatig en verliezen veel bloed tijdens de menstruatie. Dit is niet alleen ongemakkelijk, maar kan ook leiden tot bijvoorbeeld bloedarmoede.

Behandeling
De combinatie van oestrogeen- en progestageenhormonen in de anticonceptiepil remt de eisprong en voorkomt dat een eicel vrijkomt tijdens de cyclus. De bloeding die in de stopweek van de pil ontstaat, is geen echte menstruatie maar een onttrekkingsbloeding doordat u stopt met de hormonen. De bloeding is minder heftig, korter en minder pijnlijk dan een gewone menstruatie.

Werking
De werking bij onregelmatig of overvloedig bloedverlies kan wat langer op zich laten wachten. Meestal is het nodig om de pil een aantal maanden te gebruiken voordat u verbetering merkt.

Lees meer over abnormaal vaginaal bloedverlies . “

Endometriose

De baarmoeder is van binnen met een slijmvlies bekleed. Dit slijmvlies heet endometrium. Bij endometriose zit er weefsel dat daarop lijkt ook buiten de baarmoeder, bijvoorbeeld in de buikholte, rond de darmen, de eierstokken, blaas of op het buikvlies.

Verschijnselen
Het slijmvlies buiten de baarmoeder doet ook mee met de menstruatiecyclus. Daardoor ontstaan kleine bloedingen in de buikholte die pijn kunnen veroorzaken. Ook kunnen er littekens en verklevingen ontstaan, die  tijdens de menstruatie, maar ook daarvoor of daarna, buikpijn kunnen geven. Soms is endometriose een oorzaak van  ongewilde kinderloosheid.

Behandeling
Soms helpt het om een pijnstiller te gebruiken, bijvoorbeeld paracetamol of een pijnstiller van het NSAID-type, bijvoorbeeld ibuprofen. U kunt ook de anticonceptiepil samen met een pijnstiller gebruiken. Bij zeer hevige klachten kan de gynaecoloog een kijkoperatie doen en de slijmvliesplekken weghalen.

Werking
De anticonceptiepil vermindert de hoeveelheid van het weefsel dat op baarmoederslijmvlies lijkt op de endometrioseplekken. Daardoor vermindert de pijn. U moet de anticonceptiepil 6 maanden gebruiken voordat u het effect kunt beoordelen. 

Lees meer over endometriose . “

Acne

Verschijnselen
Bij acne zitten er puistjes, pukkels en mee-eters in het gezicht, de rug, schouders of borst. Hoewel vooral pubers en jongvolwassenen er last van hebben, kan acne op elke leeftijd voorkomen.

Oorzaak
Bij acne zijn poriën in de huid van het gezicht, de rug, schouders of borst verstopt. Deze poriën zijn de openingen van talgkliertjes die in de huid zitten. Deze talgklieren produceren talg, een vet waarmee de huid zichzelf beschermt.

Hormoonveranderingen, zoals in de pubertijd, laten de buitenlaag van de huid sterker groeien en zorgen dat er meer talg wordt geproduceerd. Hierdoor kunnen poriën verstopt raken, hoopt de talg zich op en ontstaan mee-eters. Door infectie van de porie met de acnebacterie ontstaan ontstekingen. Dit merkt u aan puistjes en pukkels.

Bepaalde geslachtshormonen, zoals mannelijke hormonen en vrouwelijke progestageenhormonen, vergroten de talgproductie. Hierdoor ontstaat vooral in de puberteit en rond de menstruatie meer acne. De anticonceptiepil gaat de werking van mannelijke hormonen tegen.

Behandeling
Artsen schrijven dit medicijn voor aan vrouwen met acne. Omdat dit medicijn ook zwangerschap voorkomt, schrijft de arts dit medicijn alleen voor aan vrouwen zonder kinderwens.

Werking
U merkt meestal na 3 tot 4 maanden dat de acne afneemt.

Lees meer over acne . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Bij sommige vrouwen veroorzaakt dit medicijn bijwerkingen. Als deze bijwerkingen na drie maanden blijven bestaan, is het zinvol met uw arts te overleggen of een andere pil geschikter voor u is.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Vaginaal bloedverlies buiten de stopweek ('spotting').

    U heeft meer kans op 'spotting' als u de stopweek overslaat of als u rookt. De pil blijft betrouwbaar, als u hem tenminste niet vergeten bent in te nemen. Deze tussentijdse bloedingen gaan meestal binnen drie maanden over. Als u last blijft houden, raadpleeg dan uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Buikpijn

    Als u vooral buikpijn in de stopweek heeft, kunt u de pil zonder stopweek doorgebruiken. Overleg hierover met uw arts.

  • Hoofdpijn of migraine.

    Dit verdwijnt meestal binnen 3 maanden. Als u vooral hoofdpijn in de stopweek heeft, kunt u de pil zonder stopweek doorgebruiken. Overleg hierover met uw arts.

  • Misselijkheid en zeer zelden braken.

    De misselijkheid verdwijnt meestal binnen 3 maanden.

  • Gevoelige of pijnlijke borsten en zeer zelden afscheiding uit de borsten en groter worden van de borsten.

    Meestal heeft u binnen 3 maanden geen last meer van gevoelige of pijnlijke borsten.

  • Gewichtstoename of zeer zelden gewichtsafname.

    Het is onduidelijk of dit door de anticonceptiepil komt. Mogelijk wordt u zwaarder doordat u meer vocht vasthoudt.

  • Stemmingsveranderingen, zoals sneller geïrriteerd, nervositeit of depressie.

    Meestal treedt depressie op binnen 6 maanden na start met de pil. Het komt vooral voor bij jongeren vanaf 15 jaar. Als u merkt dat u somber bent, neem dan contact op met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Wegblijven van de menstruatie tijdens stopweek.

    Als u een keertje geen menstruatie krijgt is dat niet erg. U kunt gewoon op de normale begindag starten met een nieuwe strip. Blijft bij u de menstruatie twee keer na elkaar weg? Controleer dan of u zwanger bent. U kunt een zwangerschapstest uitvoeren als u nog maar een paar dagen over tijd bent. Neem contact op met uw arts voor advies.

  • Meer of minder zin in vrijen.

    De hormonen in de pil kunnen invloed hebben op uw zin in seks. Als u hier problemen mee heeft, overleg dan met uw arts.

  • Oogirritatie bij het dragen van contactlenzen.

    Wanneer u hier veel last van heeft, raadpleeg dan uw arts.

  • Meer vocht of slijm uit de vagina.

    Neem contact op met uw arts, als u hier last van heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Dit kan zich ook uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

    Als dit ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. U mag dit soort middelen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of een ander oestrogeenhormoon niet opnieuw krijgt.

  • Trombose, waarbij een bloedstolseltje een bloedvat kan afsluiten. U kunt dit herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed. 
    Vrouwen ouder dan 35 jaar, die roken, een hoge bloeddruk, te veel cholesterol in hun bloed of overgewicht hebben, lopen meer risico. Als u eerder trombose heeft gehad, kunt u deze anticonceptiepil niet gebruiken. 

    Trombose gebeurt meestal in een been, soms komt het bloedstolsel in de longen terecht. Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst. De kans op trombose is het grootst in het eerste jaar dat u dit medicijn gebruikt.
    Ook bestaat er een erfelijk bepaalde aanleg voor trombose (factor 'V Leiden'). Als in uw familie trombose voorkomt, overleg dan met uw arts.
    Overleg ook met uw arts als u een operatie moet ondergaan, enige tijd bedrust moet houden of niet mag lopen. De kans op trombose kan dan tijdelijk verhoogd zijn.

  • Hart- en vaataandoeningen, zoals meer kans op een hartaanval of een beroerte. De kans hierop is groter bij mensen die al meer risico lopen op hart- of vaataandoeningen. Zoals bij mensen die al eerder een hartaanval of beroerte hebben gehad. En mensen met perifeer arteriaal vaatlijden, zoals etalagebenen of een vernauwing of afsluiting van de beenslagader.

    Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken. Mogelijk kan uw arts u een andere medicijn voorschrijven.

  • Borstkanker

    Het risico op borstkanker is iets hoger, dan bij vrouwen die geen hormonen gebruiken. Bij vrouwen boven de vijftig neemt het risico op borstkanker toe. Vandaar dat het gebruik van de pil wordt afgeraden boven de vijftig. Bij vrouwen die borstkanker hebben of hebben gehad, kan de tumor groeien of terugkomen door het gebruik van dit middel. U kunt dit middel daarom beter niet gebruiken. Overleg met uw arts over een mogelijk alternatief.

  • Galstenen, leveraandoeningen of alveesklierontsteking. Krijgt u hevige pijnaanvallen in de bovenbuik, een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid? Waarschuw dan een arts. Mensen met een hoog vetgehalte in het bloed (hyperlipidemie) hebben meer risico op een alvleesklierontsteking. 

    De galstenen zelf zijn vaak pijnloos, een enkele keer ontstaat er een galblaaskoliek. U merkt dit aan hevige pijnaanvallen in de bovenbuik. Waarschuw dan een arts. Een leveraandoening of alvleesklierontsteking merkt u aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan een arts. Overleg met uw arts als u een hoog vetgehalte in het bloed heeft.

  • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit medicijn kan een aanval uitlokken.

    Geef aan de apotheker door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik meerfasenpil met estradiol en diënogest gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Tamoxifen en fulvestrant (anti-oestrogenen) en anastrozol, exemestaan en letrozol (aromatase-remmers) die gebruikt worden bij bepaalde vormen van borstkanker. Deze middelen en ethinylestradiol kunnen elkaars werking tegengaan. Overleg met uw arts.
  • Lamotrigine, een medicijn tegen epilepsie. De hoeveelheid hiervan in uw bloed kan afnemen. U kunt beter een andere vorm van anticonceptie kiezen. Overleg met uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

De volgende medicijnen verminderen de betrouwbaarheid van de pil. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap.

  • Galzuurbindende harsen colesevelam en colestyramine, die onder andere worden gebruikt bij een te hoog cholesterolgehalte. Zorg ervoor dat u colesevelam of colestyramine minstens 4 uur na de anticonceptiepil inneemt.

De volgende medicijnen verminderen ook de betrouwbaarheid van de pil. Mogelijk vervangt uw arts het medicijn. Of misschien krijgt u een ander anticonceptiemiddel, zoals een spiraaltje of de prikpil. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms gebruiken. Als u stopt met het medicijn is het effect op de hormonen nog vier weken aanwezig. Gebruik daarom condooms tijdens en tot en met vier weken na het stoppen van dit medicijn.

  • Medicijnen tegen epilepsie, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine, perampanel, primidon, rufinamide en topiramaat.
  • Modafinil, een medicijn dat gebruikt wordt bij narcolepsie (plotselinge slaapaanvallen).
  • Medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • Sint-janskruid (hypericum), een middel gebruikt bij depressie.
  • Medicijnen tegen misselijkheid en braken aprepitant en fosaprepitant.
  • Bosentan, een medicijn dat wordt gebruikt bij pulmonale arteriële hypertensie, een ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longen. Omdat bosentan schadelijk kan zijn voor de ongeboren baby is het extra belangrijk om zwangerschap te voorkomen.
  • Griseofulvine, een antischimmelmiddel.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

 

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Het is nog onbekend of het innemen van deze pil gedurende de eerste maanden van een eventuele zwangerschap schadelijk is voor de baby. Mocht u zwanger zijn, stop dan direct met de pil en overleg met uw arts.

Borstvoeding
Vanaf 6 weken na de bevalling kunt u deze pil veilig gebruiken tijdens het geven van borstvoeding. De hormonen uit de pil komen in een zeer kleine hoeveelheid in de moedermelk. Dit is waarschijnlijk niet schadelijk voor de baby. Over het gebruik tot 6 weken na de bevalling is nog te weinig bekend. Gebruik tot 6 weken liever een ander voorbehoedmiddel, zoals condooms.

 

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Starten met deze pil
De werking begint meteen vanaf de eerste tablet. Om zeker te zijn van een betrouwbare anticonceptie moet u de eerste keer beginnen met slikken op de eerste dag van de menstruatie. Kies hiervoor de eerste dag dat de menstruatie goed doorzet. Sommige vrouwen hebben namelijk daarvoor een aantal dagen last van licht bloedverlies (‘spotting’). Op deze manier kunt u wel wat meer doorbraakbloedingen krijgen tijdens de eerste strip. Wilt u dat niet? Dan kunt u ook starten op de vijfde dag van de menstruatie. U moet dan 7 dagen na de start aanvullende maatregelen nemen, zoals condooms.

U kunt ook starten op de eerste zaterdag of zondag na het begin van de menstruatie. Dan valt de menstruatie in het vervolg niet in het weekend. Nadeel van later starten dan de eerste dag van de menstruatie is dat het niet meteen veilig is. U moet dan 7 dagen na de start aanvullende maatregelen nemen, zoals condooms.

Wisselen van pil
Heeft u eerst een andere anticonceptiepil geslikt? Of heeft u eerst een ander anticonceptiemiddel gebruikt, zoals de prikpil, spiraal of een anticonceptiemethode in de vorm van een pleister of ring. Overleg dan met uw arts of apotheker. Vaak kunt u direct aansluitend, zonder stopweek, beginnen met deze pil. Soms moet u de eerste 7 dagen ook condooms gebruiken.

 

Hoe?
Gebruik de pil volgens onderstaand schema.

Begin met gedurende twee dagen één donkergele tablet per dag. Daarna neemt u gedurende vijf dagen één middelrode tablet in. Vervolgens slikt u gedurende zeventien dagen één lichtgele tablet. Daarna neemt u twee dagen één donkerrode tablet, gevolgd door twee dagen één witte tablet. De dag na de laatste witte tablet begint u direct met een nieuwe strip.

Tijdens het gebruik van de laatste pillen van een strip zal een bloeding optreden die lijkt op een menstruatie. Deze bloeding is niet altijd voorbij als u met de volgende strip begint. Dat is echter geen probleem voor de werking van deze anticonceptiepil.

Heeft u last van ernstige waterdunne diarree of braken binnen vier uur na het innemen van de pil? Neem dan alsnog een nieuwe pil in als de maag en darmen weer tot rust zijn gekomen binnen 12 uur. Als het braken of de waterdunne diarree langer dan een dag blijft aanhouden, dan gelden dezelfde adviezen zoals beschreven bij de vraag ‘Wat moet ik doen als ik een dosis ben vergeten’.

Wanneer? 
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u een vast tijdstip kiezen, bijvoorbeeld ’s avonds voor het slapengaan of ’s ochtends bij het tandenpoetsen. Hierdoor is de kans op vergeten kleiner.

Hoe lang?
Als u rookt is het verstandig om rond uw 35e levensjaar een andere methode van anticonceptie te kiezen. U heeft dan een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.

Als u niet rookt, kunt u de pil ook na uw 35e levensjaar doorgebruiken. Er is geen reden te stoppen als u de pil al jaren achtereen gebruikt, behalve als u zwanger wilt worden.

Bent u ouder dan vijftig, dan heeft u kans dat u in de overgang bent. Wilt u weten of dat het geval is? Stop dan met de pil en kijk of u nog menstrueert. Als de menstruatie niet meer komt, weet u dat u in de overgang bent.

Misschien merkt u dit ook aan opvliegers, zweetaanvallen en een droge pijnlijke vagina. Deze klachten worden door pilgebruik onderdrukt, dus u zou de pil hiervoor kunnen gebruiken. Beter is het om speciale hormonen tegen overgangsklachten te gebruiken. Deze bevatten namelijk minder sterke vrouwelijke geslachtshormonen. Overleg met uw arts hierover.