Openingstijden

Maandag: 08.00 - 18.00
Dinsdag: 08.00 - 18.00
Woensdag: 08.00 - 18.00
Donderdag: 08.00 - 18.00
Vrijdag: 08.00 - 18.00
Zaterdag: 10 - 14

Openingstijden

Maandag: 08.00 - 18.00
Dinsdag: 08.00 - 18.00
Woensdag: 08.00 - 18.00
Donderdag: 08.00 - 18.00
Vrijdag: 08.00 - 18.00
Zaterdag: 10 - 14

Adresgegevens

Breestraat 74
2311 CS Leiden

Tel: 071-5120552
E-mail: info@centraalapotheekleiden.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

rifampicine

Rifampicine is een rifamycine-antibioticum. Rifamycine-antibiotica werken tegen infecties met bacteriën.

Artsen schrijven het voor bij (preventie van) bepaalde infecties met bacteriën, zoals tuberculose (tbc), lepra, hersenvliesontsteking (meningitis), en soms bij luchtweginfecties bij cystische fibrose en Q-koorts.

Het wordt soms gebruikt bij hidradenitis en jeuk.

Wat doet rifampicine en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

Werking
Rifampicine doodt veel soorten bacteriën. Na inname verspreidt het medicijn zich via het bloed over uw lichaam. Het komt bijna overal in het lichaam terecht. Het kan dus bij allerlei soorten infecties worden gebruikt, als de bacterie gevoelig is voor rifampicine.

Het wordt vooral gebruikt bij tbc en lepra. Verder bij luchtweginfecties bij cystische fibrose (CF), bij chronische Q-koorts en bij brucellose (een infectie door contact met besmet vee).

Artsen schrijven rifampicine meestal voor samen met andere antibiotica, omdat anders bacteriën snel ongevoelig (resistent) kunnen worden.

Uit voorzorg
Rifampicine wordt ook gebruikt om bepaalde infecties te voorkomen, als er kans op besmetting is. Artsen schrijven het bijvoorbeeld voor aan gezinsleden van iemand die hersenvliesontsteking heeft door een bepaalde bacterie. Verder bij gezinsleden van mensen die een ernstige infectie hebben met de streptokok-bacterie of de haemophilus influenza B (hib)-bacterie. Door het uit voorzorg te gebruiken is de kans dat iemand de ziekte krijgt of iemand anders kan besmetten veel kleiner.

Effect
De capsules beginnen na 1 tot 2 uur te werken. De injectievloeistof werkt meteen. Bij bepaalde infecties kan het enkele maanden duren voordat het effect merkbaar is.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Tuberculose

Oorzaak
Tuberculose is een infectie door de tuberkelbacterie. Iemand die ‘open’ tbc heeft, kan door hoesten, niezen of praten de bacterie in de lucht verspreiden. Door inademen van deze lucht kan men besmet worden.

Verschijnselen
Als u voldoende afweer heeft, kunt u een lichte longontsteking krijgen. Deze geneest meestal binnen enkele weken. Vaak verloopt de infectie zo licht, dat u deze niet eens opmerkt. De bacterie kan echter wel aanwezig blijven en soms jaren later weer de kop opsteken.

Als uw weerstand onvoldoende is, kunnen de longen ontstoken blijven. Soms in een ‘gesloten’(niet besmettelijke) vorm, soms in een open wond, de ‘open’ (besmettelijke) tbc. Via de lymfe en het bloed kan de ontsteking zich uitbreiden naar andere delen van het lichaam, zoals de klieren, botten en hersenvliezen.

Behandeling
Als u (‘gesloten of ‘open’) longtuberculose heeft, moet u gedurende minstens 6 maanden een combinatie van antibiotica gebruiken. Als de tuberculose ook in andere organen zit, of als u een verminderde weerstand heeft, kan de kuur een jaar of langer duren. Deze lange kuur is nodig om alle achtergebleven bacteriën te bestrijden.

Meestal schrijft de arts een combinatie van antibiotica voor bij tbc. Bijvoorbeeld rifampicine, isoniazide, ethambutol en pyrazinamide.

Werking
Rifampicine doodt tuberkelbacteriën. Het dringt goed door in de longen en de andere geïnfecteerde organen. Het kan enkele maanden duren voordat alle bacteriën zijn gedood.

Een besmetting voorkomen 
Als u in contact bent geweest met iemand met besmettelijke (‘open’) tbc, schrijven artsen soms medicijnen voor om tuberculose te voorkomen. Dat is niet alleen voor u zelf belangrijk, maar ook heeft u dan minder kans om de mensen om u heen te besmetten.

Kinderen onder de 5 jaar en mensen met een verminderde weerstand komen hiervoor in aanmerking. Verder krijgen mensen met een normale weerstand, bij wie een huidtest positief is, uit voorzorg medicijnen. Meestal schrijft de arts eerst het medicijn isoniazide voor. Als u dit niet kunt gebruiken, kan de arts voor rifampicine kiezen.

Lees meer over tuberculose . “

Lepra

Verschijnselen
Lepra, ook wel melaatsheid genoemd, is een infectie van de huid en de zenuwen door de bacterie Mycobacterium leprae. De ziekte begint met huidverkleuringen die langzaam verergeren en de huid gevoelloos maken.

Af en toe zijn er opvlammingen met zeer heftige ontstekingsverschijnselen, zoals rode bulten op de huid en koorts. Het zenuwweefsel kan dan afsterven, waardoor het gevoel en de tastzin verdwijnen.

Als gevolg van de gevoelloosheid kan men zich makkelijk verwonden. Dergelijke wonden ontstaan dan ook het eerst aan de uitstekende lichaamsdelen, zoals vingers en tenen.

Oorzaak
Men krijgt lepra door nauw contact met iemand die lepra heeft en die niet met medicijnen wordt behandeld. Iemand met een gezonde weerstand heeft vrijwel geen kans om lepra te krijgen.

Behandeling
Behandeling van lepra vindt plaats met een combinatie van antibiotica. Meestal is rifampicine een van deze antibiotica. De behandeling duurt meestal 1 tot 2 jaar, soms is een half jaar voldoende.

Sommige antibiotica moet u elke dag innemen, andere soms maar één keer per maand. U hoeft rifampicine meestal maar 1 keer per maand te gebruiken. Bij een bepaalde vorm van lepra kan een eenmalige dosis voldoende zijn.

Lees meer over lepra . “

Hersenvliesontsteking

Hersenvliesontsteking is een infectie van de vliezen rond de hersenen. Het wordt veroorzaakt door bepaalde virussen of bacteriën. Het wordt ook wel meningitis of nekkramp genoemd. Omdat kinderen worden ingeënt tegen de meest voorkomende veroorzakers van hersenvliesontsteking, komt de ziekte steeds minder vaak voor.

Verschijnselen
Hersenvliesontsteking lijkt in het begin veel op griep. U kunt hoofdpijn, koorts en spierpijn hebben. U voelt zich behoorlijk ziek en bent suf en misselijk. Uw nek wordt stijf: u kunt uw kin niet meer op uw borst doen. Verder kunnen kleine paarse vlekjes in de huid ontstaan. De ontsteking kan ernstig verlopen; ongeveer 1 op de 5 patiënten houdt een verlamming in arm of been of doofheid eraan over.

Oorzaak
Virussen en bacteriën die hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken, leven bij veel mensen in de neus en keel. Bijvoorbeeld de meningokok-bacterie is aanwezig bij 1 op de 10 mensen in de keel of neusholte. Door hoesten of niezen verspreiden deze bacteriën en virussen zich van mens op mens. Slechts een klein aantal mensen wordt daadwerkelijk ziek.

Voorkomen van meningitis
Een patiënt met hersenvliesontsteking door een bacterie kan gezinsleden aansteken, als zij niet gevaccineerd zijn. Om dit te voorkomen krijgen zij een korte kuur met rifampicine. Dit moet bij voorkeur binnen 24 uur en uiterlijk binnen 4 weken na het uitbreken van de ziekte gebeuren.

Lees meer over hersenvliesontsteking . “

Cystische fibrose

Cystische fibrose (CF), ook wel cystic fibrosis of taaislijmziekte genoemd, is een erfelijke ziekte. Het is een ziekte van de klieren die slijm aanmaken. Zoals de klieren van de longen, alvleesklier, lever, darmen en mond. Dit slijm is onder meer nodig om afvalstoffen uit het lichaam te transporteren. Slijm helpt ook om verteringsenzymen uit de alvleesklier naar de darmen te brengen.

Oorzaak en verschijnselen
Bij mensen met CF hebben de cellen van de klieren een foutje. Hierdoor kunnen bepaalde stoffen veel moeilijker de cellen verlaten. Het slijm uit die klieren wordt dan taai en dik. Hierdoor kan het slijm niet goed worden afgevoerd en kunnen er verstoppingen ontstaan. Door verstopping in de luchtwegen kan een longontsteking ontstaan.

Behandeling
Als een CF-patiënt een longontsteking heeft, is een intensieve behandeling met antibiotica nodig. In sommige gevallen schrijft de arts rifampicine voor.

Lees meer over cystische fibrose . “

Q-koorts

Q-koorts is een infectie met een bacterie. U kunt met de bacterie besmet raken via bepaalde dieren. In Nederland is dit meestal door geiten, en soms door schapen.

Als u de lucht met Q-koortsbacteriën inademt, kunt u na 2 tot 6 weken Q-koorts krijgen.

Verschijnselen
Sommige mensen merken niets van een besmetting. Bij mensen die wel ziek worden, zijn de klachten meestal koorts, hoofdpijn en hoesten. De ziekte gaat vaak na 1 of 2 weken vanzelf weer over.

In zeldzame gevallen kan de Q-koorts chronisch zijn. Dit betekent dat de ziekte jarenlang kan duren. U kunt dan klachten hebben, zoals vermoeidheid, koorts, benauwdheid, veel zweten en gewichtsverlies.

Behandeling
Een Q-koorts infectie kan vanzelf overgaan. Meestal schrijft de arts een antibioticum voor, om de kans op een chronische infectie te verminderen. Een kuur van 2 tot 3 weken met het antibioticum doxycycline is dan voldoende.

Als u toch chronische Q-koorts heeft gekregen, schrijft uw arts rifampicine voor, samen met het antibioticum doxycycline. U moet deze combinatie dan vaak minstens 2 jaar gebruiken.

Lees meer over q-koorts . “

Hidradenitis

Andere namen voor hidradenitis zijn zweetklierontsteking, hidradenitis suppurativa, acne inversa of acne ectopica.

Verschijnselen
Hoewel de aandoening ook wel acne inversa of acne ectopia wordt genoemd, is het niet hetzelfde als acne (jeugdpuistjes). De zwellingen lijken op een puisten of kunnen iets langwerpig zijn. Ze kunnen met pus gevuld raken en openbarsten. De aandoening komt vooral voor in lichaamsplooien, zoals in de oksels en liezen. Verder kunnen de ontstekingen zitten in de bilspleet en schaamstreek, onder of tussen de borsten, achter de oren of in de nek. In veel gevallen komen de ontstekingen steeds terug. Daardoor ontstaan onderhuids zwellingen, holtes en gangetjes en later littekens. Het kan een onaangename geur geven.

Oorzaak
Bij hidradenitis zijn haarzakjes, talgklieren en zweetklieren ontstoken. De klachten verergeren als de ontstekingen openbarsten en geïnfecteerd raken met bacteriën. Er lijkt meer kans op de ontstekingen te zijn bij mensen die roken, met diabetes of met overgewicht. Bovendien komt het bij vrouwen en in sommige families vaker voor. De ontstekingen kunnen verergeren bij stress, veel zweten en bij het dragen van strak zittende kleding. 

Behandeling
Tegen de pijn kunt u paracetamol gebruiken. Als de ontstekingen vaak terugkomen schrijven artsen meestal een lotion met clindamycine. Deze moet u dan 3 maanden gebruiken. Als dit niet voldoende helpt kan de arts ook rifampicine voorschrijven. Meestal moet u rifampicine samen met andere antbiotica gebruiken.

Werking
Rifampicine remt de groei van de bacteriën die op de huid kunnen voorkomen. Hierdoor remt het de ontstekingen van de haarzakjes, talgklieren en zweetklieren bij hidradenitis.

Lees meer over hidradenitis . “

Jeuk

Jeuk kan ontstaan door galstuwing. Bij galstuwing loopt de gal niet goed af naar de galblaas. De galzuren hopen zich dan ook op in de huid, waardoor jeuk ontstaat.

Oorzaken van galstuwing zijn ontsteking van de lever of vernauwing van de galwegen. Ook galstenen kunnen de afvoer van gal remmen. Klachten door galstuwing zijn hevige jeuk, gele kleur van huid en slijmvliezen en vettige, licht gekleurde ontlasting.

Verder kan galstuwing door zwangerschap ontstaan. Door de verandering in hormonen kan de gal langzamer worden afgevoerd. Zwangere vrouwen kunnen hierdoor hevige jeuk krijgen. Het ontstaat vooral in de laatste 3 maanden van de zwangerschap.

Behandeling
Als de oorzaak van de galstuwing niet direct te behandelen is, zal uw arts medicijnen voor uw klachten voorschrijven. Bij jeuk zal uw arts eerst verkoelende en jeukstillende huidmiddelen voorschrijven. Als deze niet voldoende helpen, kan uw arts het medicijn colestyramine voorschrijven. Als dit ook niet voldoende werkt, of als u dit niet mag gebruiken, kan de arts rifampicine proberen.

Werking
Het is niet precies bekend hoe rifampicine werkt bij jeuk door galstuwing.

Lees meer over jeuk . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en opgeblazen gevoel.

    Zeer zelden diarree, buikpijn en minder eetlust. Bij maagklachten kunt u het medicijn het best bij de maaltijd innemen. Dan heeft u er minder last van.
    Zeer zelden komt ernstige diarree voor. U heeft dan last van waterdunne diarree, buikpijn, buikkramp en soms koorts. Dit wijst op een ernstige ontsteking van de dikke darm. Waarschuw dan direct een arts.

  • Griepachtige verschijnselen zoals koorts en rillingen.

  • Meer kans op infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn en blaasjes in de mond en keel. Neem ook altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

    Deze bijwerking ontstaat doordat het lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

  • Slaperigheid, duizeligheid, vermoeidheid en hoofdpijn.

    Door de duizeligheid kunt u in zeldzame gevallen flauwvallen. Raadpleeg dan uw arts.

  • Opvliegers en zeer zelden blozen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Rode, ontstoken ogen. Raadpleeg uw arts als u pijn, jeuk of zwelling van het oog krijgt, of als u wazig ziet.

  • Huiduitslag, jeuk of galbulten.

    Dit kan het gevolg zijn van overgevoeligheid maar dat hoeft niet (zie 'Overgevoeligheid'). Raadpleeg uw arts bij huiduitslag.

  • Psychische klachten, zoals verwardheid of psychose.

    Waarschuw dan de arts.

  • Moeite met coördinatie van bewegingen, spierzwakte.

  • Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u aan dikke enkels of benauwdheid.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Verandering of uitblijven van de menstruatie.

  • Bloedarmoede en een verhoogde kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: extreme vermoeidheid, bleke huid en slijmvliezen, bloedneuzen, blauwe plekken en onderhuidse bloedinkjes.

    Deze bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam minder rode bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt.

  • Gewrichtspijn

  • Leveraandoeningen, zoals hepatitis of galstuwing, ontsteking van de alvleesklier. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik, hevige pijn boven in de buik, donkere urine, een gele kleur van het oogwit of van de huid of jeuk over het hele lichaam.

    Waarschuw dan een arts.

  • Verminderde werking van de nieren, ontsteking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast, pijn in uw zij heeft, bloed in de urine ziet, misselijk bent en u zwak voelt.

  • Rode of oranje verkleuring van urine, ontlasting, zweet, traanvocht, speeksel en tanden. Dit is onschuldig. Let op: contactlenzen kunnen ook verkleuren. Zeker bij zachte contactlenzen is de verkleuring blijvend en niet meer te verwijderen.

  • Longproblemen, zoals moeilijk ademhalen en hoesten.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    Zeer zelden kunt u benauwd of duizelig worden, flauwvallen of koorts krijgen. Of u kunt zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, mond en keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Of u kunt ontstekingen krijgen in de bloedvaatjes vlak onder de huid. U merkt dat aan kleine rode puntjes in de huid of bloedblaren. In zeer zeldzame gevallen kunt u ook bloedingen, paarse vlekjes op de huid, kortademigheid, bloedarmoede en plotseling nierfalen krijgen. Waarschuw in deze gevallen direct een arts, of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als blijkt dat u overgevoelig bent voor rifampicine, dan mag u dit medicijn of erop lijkende antibiotica niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of soortgelijke medicijnen niet opnieuw krijgt.

  • Kan een aanval van acute porfyrie uitlokken. Acute porfyrie is een stofwisselingsziekte waarbij u aanvallen krijgt van buikpijn, overgeven, koorts en hartkloppingen.

    Heeft u acute porfyrie? Geef dit dan door aan uw apotheek. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik rifampicine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Anticonceptiepil. Rifampicine vermindert de betrouwbaarheid van de pil en de meeste andere hormoonbevattende anticonceptiemethoden. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Overleg met de arts of u een spiraaltje of de prikpil kunt gebruiken. Als dat niet mogelijk is moet u condooms gebruiken naast de pil tot en met 4 weken nadat u met rifampicine bent gestopt.
    Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan verminderd zijn. Dit geldt ook als u rifampicine in de afgelopen 4 weken heeft gebruikt. Overleg hierover met uw arts.
  • Buiktyfusvaccin (capsule). Het buiktyfusvaccin dat u via de mond kunt innemen, mag u niet gebruiken. Het is wel mogelijk het vaccin via een injectie te krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.
  • De antidepressiva citalopram, escitalopram en sertraline. Rifampicine zorgt ervoor dat deze medicijnen minder goed werken.

Rifampicine vermindert de werking van onderstaande medicijnen. Overleg met uw arts voordat u een van deze medicijnen gaat gebruiken. Uw arts zal u eventueel een ander medicijn voorschrijven of de hoeveelheid van dit medicijn extra controleren. Het effect van rifampicine kan nog enkele weken aanhouden, nádat u bent gestopt met rifampicine.

  • het medicijn tegen ADHD guanfacine;
  • de afweeronderdrukkende medicijnen ciclosporine, everolimus, sirolimus, tacrolimus en temsirolimus;
  • de antipsychotica aripiprazol, broomperidol, clozapine, haloperidol, lurasidon, olanzapine, quetiapine, risperidon en sertindol;
  • apremilast, een medicijn bij psoriasis;
  • de bloedverdunners, acenocoumarol en fenprocoumon. De werking van acenocoumarol en fenprocoumon kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u rifampicine gaat gebruiken. Ook als de dosering van rifampicine wijzigt of als u stopt met rifampicine, moet u de trombosedienst hierover inlichten.
  • de bloedverdunners apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban en ticagrelor;
  • bedaquiline, een medicijn tegen tuberculose;
  • bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals cortison, dexamethason, hydrocortison, fluticason, prednison en prednisolon. Dit is alleen van belang als u het bijnierschorshormoon meerdere weken moet gebruiken;
  • cannabis, een kruidenmiddel bij multipele sclerose (MS);
  • de medicijnen tegen cystische fibrose (CF) ivacaftor en lumacaftor;
  • de cholesterolverlagende medicijnen atorvastatine, fluvastatine en simvastatine;
  • dapson, een medicijn tegen lepra;
  • deferasirox, een medicijn gebruikt bij vergiftigingen met ijzer;
  • de medicijnen tegen depressie amitriptyline, nortriptyline, mirtazapine en vortioxetine;
  • digoxine, een medicijn tegen hartritmestoornissen;
  • doxycycline, een antibioticum;
  • ebastine, een anti-allergiemedicijn;
  • de medicijnen tegen epilepsie brivaracetam, carbamazepine, fenytoïne, lamotrigine, perampanel, topiramaat, valproïnezuur en zonisamide. Sommige van deze medicijnen worden ook voor andere aandoeningen gebruikt;
  • fesoterodine, een medicijn tegen urine-incontinentie;
  • de medicijnen tegen hartklachten amiodaron, celiprolol, disopyramide, ivabradine, kinidine en verapamil;
  • de medicijnen tegen hoge bloeddruk in de longen bosentan en macitentan;
  • ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing;
  • de maagzuurremmers esomeprazol en omeprazol;
  • macitentan, een middel tegen pulmonale arteriële hypertensie (hoge bloeddruk in de longen);
  • de medicijnen tegen malaria atovaquon en mefloquine;
  • de medicijnen tegen misselijkheid en braken aprepitant, fosaprepitant, netupitant en rolapitant;
  • de sterke pijnstillers fentanyl, methadon en oxycodon;
  • pitolisant, een medicijn tegen narcolepsie (slaapziekte);
  • roflumilast, een medicijn gebruikt bij de chronische obstructieve longziekte (COPD);
  • de schildklierhormonen levothyroxine en liothyronine;
  • de medicijnen tegen schimmelinfecties caspofungine, fluconazol, itraconazol, posaconazol, voriconazol en isavuconazol;
  • selexipag, een middel tegen pulmonale arteriële hypertensie (verhoogde bloeddruk in de longen).
  • de slaap- en rustgevende medicijnen alprazolam, buspiron, midazolam, zolpidem en zopiclon;
  • theofylline, een medicijn tegen longklachten;
  • tizanidine, een medicijn tegen spierkramp;
  • tofacitinib, een medicijn tegen reuma of andere chronische ontstekingen;
  • tolvaptan, een medicijn gebruikt bij nierziekte;
  • ulipristal, een medicijn bij vleesbomen in de baarmoeder;
  • Sommige medicijnen tegen herpesinfecties. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Overleg voor gebruik van bovenstaande middelen eerst met uw arts of apotheker. Zowel bij aanvang als bij stoppen van bovenstaande geneesmiddelen moet uw arts de dosering goed controleren. Begin en stop dus niet zelf het geneesmiddelgebruik, maar overleg altijd eerst met uw arts of apotheker.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Duizeligheid en slaperigheid komen zelden voor bij dit medicijn. Heeft u hier last van? Rijd dan geen auto.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt de bijwerkingen maagpijn, slaperigheid en leverafwijkingen. Als u last heeft van deze bijwerkingen kunt u beter geen alcohol gebruiken.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

  • Bij tuberculose en lepra
    U kunt rifampicine gebruiken als u zwanger bent. Het is belangrijk dat deze ziekten goed worden behandeld als u zwanger bent. Deze ziekten vormen een grotere bedreiging voor de baby dan het gebruik van de medicijnen.
  • Overige ziekten
    Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Meestal kan uw arts een ander medicijn voorschrijven.

Als u rifampicine gebruikt in de laatste 4 weken van de zwangerschap, is er een grotere kans op bloedingen na de geboorte bij de baby en bij u. Om dit te voorkomen schrijft de arts vitamine K aan u voor en na de geboorte aan het kind.

Borstvoeding
U kunt veilig borstvoeding geven, als u dit medicijn gebruikt. Het komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht. De moedermelk kan door rifampicine geel, oranje, rood of bruin kleuren. Dit is onschuldig. Rifampicine wordt al jarenlang gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven, zonder nadelige gevolgen voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

  • Capsules: neem de dosis in met water.
  • Drank: schud de fles goed om en meet de voorgeschreven hoeveelheid af met de bijgeleverde maatbeker of maatpipet.
  • Infuusvloeistof: uw arts of verpleegkundige dient het infuus toe.

Wanneer?
Gebruik het medicijn het liefst 1 uur voor of 2 uur na het eten. Op een lege maag neemt uw lichaam rifampicine het beste op. Krijgt u maagklachten of wordt u misselijk? Neem het dan in direct na de maaltijd. Dan heeft u er minder last van.

Hoelang?
Afhankelijk van de aandoening kan de kuur 2 dagen tot 6 maanden of langer bedragen.

Houd er rekening mee dat u de kuur niet mag onderbreken en dat u hem helemaal moet afmaken. Ook al merkt u van de infectie vóór afloop van de kuur niets meer. Dit betekent namelijk niet dat alle bacteriën zijn verdwenen.